Het Weidehuis is ontworpen als een toevluchtsoord weg van de stad, een oase van comfort en rust, geïsoleerd in een inspirerend landschap. De architectonische uitdaging was om de nieuwbouw zoveel mogelijk te integreren binnen de bestaande setting van de weide, zowel qua schaal als qua materiaalgebruik.

​

Het programma is opgevat als een gelijkvloerse woning en concentreert de verkeersruimte in één lange gang, waardoor een directe zichtlijn ontstaat over de lengte van het huis naar de open keuken en woonruimte. Het kantoor, de slaapruimtes, de badkamer en de opslagruimte zijn lineair verdeeld met directe toegang via schuifdeuren vanuit de lange gang die de ruggengraat vormt van het huis. Dit komt tot uiting in de buitenarchitectuur van het gebouw door een opeenvolging van houten lamellenschermen, die 's avonds als een verlichte lantaarn fungeren om de bewoners welkom te heten. In navolging van de Japanse 'genkan' is de entreehal lager dan de doorlopende gang en kamers. De entree fungeert als een zorgvuldig ontworpen overgangsruimte tussen buiten en binnen.

​

Het materiaalpalet aan de buitenkant is robuust en puur: zandkleurig metselwerk met een bijpassende mortel, aangevuld met het gebruik van wit geolied eikenhout voor alle kozijnen en lamellenpanelen. In de buitenveranda wordt het motief van het houten traliewerk herhaald, waardoor een serene overgangsruimte naar het directe buitenleven ontstaat.

​

Het buitenthema van het huis wordt voortgezet in het lichte en warme interieurpalet. De eenvoud van dit decor maakte het mogelijk om een verscheidenheid aan textuurvlakken te introduceren en de interne afwerking tactieler te maken:  geborsteld messing, rotan oppervlakken, doorschijnend papier, ondoorzichtig glas en verchroomde voorwerpen. Al deze materialen werken als een tegenwicht voor de zachte, serene omgeving, brengen leven en benadrukken specifieke aspecten van het interieur. In de keuken zorgen de vloer (en het aanrecht) van gepolijst beton en de roestvrijstalen armaturen voor een contrast met de warme, gedempte tinten van het metselwerk en het schrijnwerk.